Everest in 2 miljard pixels vanaf PumoRi

Op de onderstaande link staat een foto van het Everest massief genomen vanaf PumoRi in een ongelofelijke resolutie. De foto beslaat ruim 3.8 miljard pixels en je kunt op elk detail inzoomen. De foto is genomen op 1 mei in de ochtend.

https://www.npr.org/2012/12/20/167621313/a-billion-pixel-tour-of-mount-everest

Onze tentjes zijn duidelijk te zien in EBC, maar onze tent in kamp 3 staat er nog niet: dat klopt, want we zijn die dag onderweg van ABC naar kamp 3. Op de overgang van de gletscher naar de Lhotse wand kun je een reeks klimmers zien. Elk helaas niet groter dan een muggepoep, maar het is niet onaannemelijk dat de grote groep (~een dozijn man) klimmers die nog op de Cwm lopen de “Indiers” zijn, en dat zou betekenen dat Jetze en ik in de groep klimmers zitten die op het punt staan om de Lhotse-wand in te gaan.

De kalender is uit !

De “Dutch Everest 2012” kalender (uiteraard bestemd voor 2013) is uit met dertien van de mooiste foto’s van onze expeditie op groot formaat (50 x 35 cm).

De kalender is nog steeds te bestellen voor 25 euro bij Jetze of Peter en ook via de link linksboven op deze pagina.

Via de link hieronder kun je de drukproef bekijken om vast een indruk te krijgen. In deze drukproef zitten nogal  wat foutjes, maar die zijn allemaal verbeterd. Verder zijn de weekenden duidelijk aangegeven en is tevens  een aantal foto’s met gletsjers digitaal bijgewerkt om de sneeuw beter uit te laten komen. Kortom de echte kalender is nog veel mooier…

Drukproef “Dutch Everest 2012” Kalender 2013

 

Hulde aan klimwinkel.nl

Zoals jullie je wellicht nog herinneren, brak bij zowel Jetze als mijzelf de allereerste keer dat we onze gloednieuwe, ultralichte aluminium Grivel Airtech Light stijgijzers gebruikten op de Khumbu Icefall precies dezelfde punt in linker stijgijzer af. Kennelijk een fabricage fout. Bij terugkomst hebben we dit aan de leverancier (klimwinkel.nl) gemeld en we kregen het volgende antwoord:

“Beste Jetze en Peter,

We hebben jullie stijgijzers retour ontvangen en gelezen over jullie avontuur op de Everest. We gaan reclameren bij Grivel, maar we zullen jullie daar niet op laten wachten. Welllicht gaan jullie niet op korte termijn weer zo ver de hoogte in. Misschien is er dus momenteel niet opnieuw de behoefte aan de lichte Air Tech Light? Hierbij een paar voorstellen, we horen graag hoe we jullie het beste van dienst zijn:

  • De stijgijzers vervangen door nieuwe (dezelfde Air Tech Light NM)
  • Aankoopbedrag retour
  • De stijgijzers vervangen door Air Tech NM. Deze versie is van staal: zwaarder maar beter bestand tegen metaalmoeheid en slijtage.”

Inmiddels zijn (op mijn verzoek) door klimwinkel.nl een paar Grivel Air Tech Cramp-o-matic stijgijzers opgestuurd. Service om een puntje aan te zuigen !

Een verschrikkelijke nacht…

Inmiddels hebben de meeste van jullie bij stukjes en beetjes de informatie over de laatste dagen van onze tocht al gehoord. Hierbij wil ik (Peter) graag mijn relaas over de laatste paar dagen geven. Zoals we van plan waren, zijn we de 16e ’s ochtends om 2 u opgestaan en naar ABC geklommen. We hebben daar de rest van de dag wat rondgehangen. Namgya heeft ons nog voorgesteld om de 19e een toppoging te doen, ondanks het feit dat het dan extreem druk zou zijn. We hebben besloten om toch aan ons plan van de 20ste vast te houden omdat Jetze zich niet helemaal top voelde. In retrospectief had het toch niet uitgemaakt want op de 17e, terwijl we wat rondhingen, werd er opeens om eerste hulp geroepen. Ik ben toen omhoog gerend en er werd een zwaargewonde sherpa de tent van een van de grotere organisaties binnengedragen. Het was Pem, een van de sherpa’s van Jagged Globe. Toevallig ken ik de leider van Jagged Globe, David Hamilton, omdat hij vorig jaar de beheerder van Vinson base camp was en ik daar met hem geklommen had. Eerder was hij bij ons in EBC al op de thee geweest want Namgya kent hem uiteraard goed. Omdat een plaats voor kamp 3 (op de steile, verijsde wand van de Lhotse met maar op een paar plaatsen sneeuw om een plateau uit te hakken) heel moeilijk is, had David voorgesteld bij hem te komen staan. Namgya had dat aanbod geaccepteerd. In de ochtend van de 17e was er echter een serac naar beneden gestort op het kamp van Jagged Globe waarbij een sherpa hoofletsel had opgelopen (maar met hulp nog naar kamp 2 kon komen) en de andere, Pem, een arm en een been had gebroken en per geimproviseerde brancard naar kamp 2 was gebracht omdat helicopters niet in kamp 3 kunnen landen. Ik heb Pem zo goed en kwaad als het ging aan de gang gehouden en gestabiliseerd tot de heli kwam. Ondertussen hoorde ik dat Jagged Globe veel pech had gehad. Eerst een (uiterst ongebruikelijke) lawine vanaf de Nuptse in kamp 1, waarbij alle tenten waren vernield en sommige klimmers uit 5 m sneeuw moesten worden uitgegraven, maar waarbij geen slachtoffers waren. Wel hadden 8 van de 12 klimmers er de brui aan gegeven en met dit ongeluk twijfelde David eraan of de hele expeditie wel door moest gaan. Toen Namgya hoorde van de neergestorte serac, is hij onmiddelijk naar kamp 3 geklommen en vond, zoals verwacht, dat ons kamp ook verwoest was. Gelukkig hadden wij de tenten neergehaald. Namgya heeft al onze spullen uitgegraven en naar een nieuwe plaats zo’n 80 m oostelijker gebracht (en was binnen de 5 uur weer op ABC, z’n reputatie als klimmachine bevestigend). Als we besloten hadden de 19e een toppoging te wagen, waren we – afhankelijk van de timing of bedolven onder de serac of hadden bij verrassing ons kamp verwoest aangetroffen. Hoe dan ook de 18e zijn er via een nieuwe, veel oostelijker route op de Lhotse wand naar kamp 3 gegaan. De nieuwe route is gemakkelikker maar wel veel langer. Jetze voelt zich nog steeds niet helemaal tip-top en Namgya staat erop dat ‘ie met zuurstof slaapt. Jetze slaapt erop als een roos en bewijst hoe vreselijk verslavend zuurstof is. De volgende ochtend (19 mei) vertrekken we ’s ochtends vroeg naar kamp 4 (met zuurstof). Het is een klim van 900 m en vreselijk druk op de route. We komen tegen de middag aan op de vreselijk desolate en winderige South Col waar Pasang en Namgya snel een tent opslaan en ons in onze slaapzakken commanderen want om 19 u beginnen we met onze toppoging. Om 19 u gaan we inderdaad goedgemutst op pad. De dag ervoor (windloos en met prachtig weer) zijn talloze mensen met veel minder voorbereiding en conditie op de top gekomen (hoewel er ook 2 doden vielen, waaronder een Duitse arts: we spraken gisteren iemand die daarbij was) dus dat zullen wij ook wel doen. Tegen de verwachting in gaat de wind niet liggen maar wordt steeds sterker en af en toe sneeuwt het. We komen al gauw in een file terecht en gaan langzaam. Tot overmaat van ramp begeeft m’ n hoofdlampje het (ondanks het feit dat ik er die middag nieuwe batterijen in gedaan had) en moet ik min of meer in het donker klimmen. Helaas is het nieuwe maan dus het is echt stikdonker en we gaan steeds moeizamer. We zijn niet de enigen die het moeilijk hebben: diverse klimmers ligen uitgeput langs het pad. Het waait harder en harder. Op de ‘Balcony’ op 8400 m wisselen Pasang en Namgya onze (half)lege zuurstofflessen volgens plan maar Namgya maakt zich zorgen over ons tempo. Het weer verslechterd alleen maar en de wind neemt toe tot 60 a 70 km/u. Op de richel boven de Balcony waait het zo hard dat Pasang en ik helemaal ineengedoken ons met beide handen vast moeten houden aan het vaste touw om de berg niet afgeblazen te worden. Ik voel dat m’n rechter oog bevriest en zowel Passng als ikzelf lopen frostbite op in ons gezicht. Als de wind wat afneemt, klimmen we verder maar net onder de South Summit op zo’n 8600 m besluit Namgya na kort overleg dat we terug moeten gaan. Het is 3uur. Misschien halen we de top, maar dan is de kans dat we daarna nog levend naar beneden komen gering. De terugtocht is vreselijk. We waren voorbereid op diepgevroren lijken die daar al maanden of jaren lagen, maar niet op stervende en dode klimmers. Een groep klimmers, kennelijk uit India, die een dode kameraad, voeten provisorisch bij elkaar gebonden met een touw om z’n middel, mee proberen te nemen naar beneden terwijl een andere man in hun team stervende lijkt – hij gaat telkens liggen en zo. Een Koreaan die het op onze heenweg al niet lijkt te trekken en, naar we later hoorden tevergeefs met veel geld geprobeerd heeft zuurstof en hulp in te kopen, zit er nog steeds. Hij beweegt nog flauwtjes maar zal het daglicht nooit meer zien. Op een gegeven moment loopt het touw over iemand die het niet gered heeft: het is luguber om je zelfzekering op de borst van het lijk te moeten losmaken en vervolgens aan z’n middel weer vast te maken. Het slechte weer houdt aan en m’n sneeuwbril vriest helemaal dicht zodat ik nog minder zie. Ik hobbel maar achter de anderen aan naar beneden. Om een uur of 7 zijn we voledig gedesillusioneerd weer in kamp 4. We breken het kamp af en gaan naar beneden. Een lange tocht. We raken elkaar, ook door de drukte en heel langzame klimmers, wat uit het oog. Ik kom om 14:20 in kamp 3 aan en wacht daar een uur. Als de anderen er dan nog niet zijn, ga ik maar alleen verder. Op een gegeven moment komt Pemba me tegemoet met drinken. Namgya heeft hem gebeld met de satphone. De anderen zitten een uur achter me. Om 17:15 kom ik uitgeput aan in ABC. De rest komt om 18:30. Pemba brengt eten in onze tent zodat we in onze slaapzak kunnen blijven. Hoewel ik 22 uur non-stop in touw geweest ben en fysiek uitgeput, kan ik slecht slapen: de vreselijke beelden, de desillusie van de mislukking, de vraag wat nu – alles tolt en draait door m’n hoofd. De volgende morgen (20 mei) staat Pemba om 5 u met koffie klaar. Na het ontbijt breken we ABC af en vertrekken we naar EBC. De Cwm maakt voor het eerst z’n reputatie als oven klaar en de Khumbu Ijsval is hard aan het smelten en het aantal ladders lijkt verdrievoudigt. Moe komen we in EBC aan. Ik ga naar de medische post om te vragen hoe het met Pem is: alles blijkt naar omstandigheden ok. Rachel, de arts die al eens bij ond op de thee is geweest zegt echter als ik binnenkom ‘my goodness, you lost weight’. Inderdaad denk ik dat ik ruim 10 kg kwijt ben geraakt de afgelopen tijd. M’n bevroren oog ziet rood en voelt zanderig, maar volgens Rachel is er geen blijvende schade. De frostbite geeft echter permanente littekens. Van Rachel hoor ik ook de bittere balans van de toppogingen op 20 mei: 6 mensen op de top vanuit Tibet, van wie er 4 omkomen op de terugweg. Geen enkele geslaagde toppoging van ‘onze’ kant, maar al 5 bevestigde slachtoffers. De beslissing een toppoging te wagen was fout, gebaseerd op een foute weersverwachting. De beslissing om op zo’n 250 m onder de top terug te keren was echter juist…

Terug in basecamp

Zojuist heb ik (Leindert) telefonisch contact gehad met Peter:

Ze zijn veilig teruggekeerd in basecamp. Er heerst een verslagen stemming, veel expedities hebben de top niet gehaald en zijn ook niet volledig teruggekeerd. Beide mannen zijn redelijk ongeschonden weer in basecamp aangeland.

De kampen 1 t/m 4 zijn al redelijk ingepakt. De sherpa’s zullen nog omhoog gaan om de resterende spullen op te halen. Verder is het nu voorbereiden op de terugreis.

Verslag van Jetze: Zaterdag 20 mei hebben we geprobeerd de top te halen. Maar het weer heeft ons doen besluiten om op circa 8600 meter terug te keren. De wind was veel te sterk en nam steeds meer toe. We zijn bijna van een graat geblazen. Omdat we ’s nachts liepen konden we vrijwel niets zien. Schokkend was verder dat we 2 doden hebben gezien en 4 die aan het sterven waren. En dan heb ik het niet over de lichamen van eerder omhoog gekomen klimmers. 1 kon niet meer worden geholpen. Daar loop je dan 2 maal langs. Verschrikkelijk vond ik ook dat, toen ik even moest wachten op de anderen, een Indisch uitziende man met sherpa langs kwamen en dat helder was dat die man niets op de berg te zoeken had: heb beide aangesproken om om te draaien, maar zonder effect. Op de terugweg haalden we een groep in met een dode die aan een touw naar beneden werd gelaten. In die groep waren ook de Indiër en een andere man die er even slecht aan toe was. Beiden gingen er regelmatig bij zitten of liggen en moesten door anderen overeind worden geholpen. De vraag is of ze het hebben gehaald.

Op de dag van onze toppoging hebben toch nog 7 anderen op de top gestaan. Maar daar staan 5 doden aan de Zuidkant en 4 doden aan de Noordkant tegenover. De dag daarvoor was het mooi weer en hebben veel mensen de top bereikt, maar zijn 2 doden gevallen. We zijn nu blij dat we zijn omgedraaid.

We gaan het wagen…

Vanacht om 2 uur hopen we naar ABC te gaan om daar nog 2 nachten op 6400 m te slapen alvorens opnieuw de zuidwand van de Lhotse te beklimmen op weg naar kamp 3 (7100 m). Daar zijn we van plan 1 nacht te slapen en dan op 20 mei de oversteek te maken naar kamp 4 op 8000 m. Daar hopen we een aantal uur te rusten voor we om een uur of 10 ’s avonds de toppoging aanvangen. De weersverwachting voor 20 en 21 mei is gunstig en we hopen dat de laatste stukken van de vaste touwen dan gereed zijn. In elk geval zijn we vanaf morgen voorlopig alleen per satphone bereikbaar.

Wachten voor een toppoging

We zitten nu al een paar dagen te wachten in EBC. Een paar dagen geleden zag het er bepaald niet rooskleurig uit maar inmiddels zijn we weer iets optimistischer. Een paar dagen geleden gaf de grootste groep (met meer dan 100 sherpa’s) die de taak op zich had genomen de vaste touwen vanaf kamp 3 naar de top aan te brengen er de brui aan. Wellicht niet zo verwonderlijk gezien het feit dat ze al een sherpa verloren hadden en twee andere in kritische toestand in het ziekenhuis. De patstelling is sindsdien doorbroken, onder andere door fikse sneeuwval die zorgt voor aanmerkelijk minder steen- en ijsslag. Andere groepen sherpa’s hebben de taken overgenomen. Het levert ook mooie plaatjes op van onze tentjes op de Khumbu gletsjer, prachtig gelegen pal voor de IJsval. Sinds eergisteren zijn de vaste touwen tot het zuidelijke zadel van Everest gereed en kan kamp 4 op 8000 m worden ingericht. Namgya en Pasang zijn gisteren naar ABC vertrokken en kunnen vandaag materiaal omhoog brengen naar kamp 3 en hopelijk daarna kamp 4 inrichten. De komende dagen worden naar het zich laat aanzien ook de benodigde touwen naar de top aangebracht. We schatten dat Namgya en Pasang nog een dag of 4 nodig hebben om alles in orde te maken. Dan is het afwachten op een geschikt weersvenster voor de top. In de tussentijd proberen Jetze en ik de tijd wat te doden door in de buurt van EBC wat te klimmen (zie foto van de Everest, waar je precies het zuidelijke zadel kunt zien met Lhotse), af en toe naar Gorak Shep te gaan (daar ben je al gauw ruim 4 uur mee onder de pannen) om deze website up to date te maken, en andere klusjes te doen (zoals het repareren van m’n stijgijzers – hetgeen met een afgedankte halve meter 4-polig electrisch snoer heel aardig gelukt is).

 

Kamp 3

Na enige dagen volledig incommunicado te zijn geweest, zitten we nu weer in ABC en hopelijk ziet dit berichtje morgenochtend vroeg als we door de Khumbu Icefall naar EBC gaan ergens een 3G signaal zodat onze trouwe correspondenten, Leindert en Gerrit, de website kunnen updaten. Volgens plan zijn we op 29/4 om 2:30 u opgestaan, hebben onze bevroren slaapzakken en matjes ingepakt (absoluut het vreselijkste klusje wat er is: die slaapzakken passen met al het aangekoekte ijs absoluut niet in die bespottelijk kleine foudraaltjes en aan het eind van de klus zijn alle twee je handen bevroren) en zijn na een kop koffie op pad gegaan. Samen met Namgya en Pasang klimmen we in een redelijk tempo omhoog: we doen er uiteindelijk 4,5 uur over naar kamp 1, dat is elke keer een uur korter. Ik heb duidelijk m’n dag niet: in een steil stukje breekt er een stuk ijs af waardoor m’n rechter stijgijzer in m’n linker knie belandt. Gelukkig belemmert het me niet al te erg. Een half uur later scheurt de metalen beugel van m’ n rechter stijgijzer. Hoe is dat nou mogelijk, m’n ouwe, trouwe BD sabretooths die me nog nooit in de steek hebben gelaten. Met een dun prussiktouwtje herstel ik het provisorisch, maar anderhalf uur later gebeurt waar ik al bang voor was: als ik in een loodrecht sneeuwwandje van een meter of 15 aan het omhoog jumaren (dat is: omhoogklimmen met stijgklemmen) ben, zwabbert m’n stijgijzer opeens om m’n enkel. Met dommekracht i.p.v. techniek kom je ook omhoog maar ’s ochtends vroeg in het donker en de snijdende wind word je er bepaald niet vrolijker van. Aan de top van de IJsval is een uitgestrekte vlakte (het voetbalveld) met spleten waar je met gemak een halve Vinex-locatie kwijt kan en waar de wind vrij spel heeft. Met het om de spleten heen manoeuvreren verkleumen we in de ijskoude wind tot op het bot. Gelukkig heeft een van de boys daags ervoor een klein tentje opgeslagen in ons verlaten kamp 1. We kruipen er gauw in om op te warmen. Pasang heeft in no-time hete soep en na een uur trekken we verder naar ABC waar we om 11:30 u arriveren. De volgende dag voelt Pasang zich niet goed zodat Namgya alleen voorbereidingen voor kamp 3 gaat maken. Pemba probeert ons de gehele dag onophoudelijk te laten eten en gaat met ons mee omhoog om de route te verkennen. Op 1 mei staan we redelijk vroeg op om naar kamp 3 te gaan. Pasang en Pemba gaan een stuk sneller dan wij. Het eerste gedeelte gaat over een matig hellende gletsjer maar dan komt het serieuze werk een steile ijshelling (tussen de ~50 en 70°) van een paar honderd meter. Gelukkig kunnen we wat tragere groepen achter ons laten en op ons eigen tempo omhoog. Boven de 7000 m wordt het een crime: snakkend naar adem, ijskoud in de snijdende wind omdat je te traag beweegt om jezelf warm te houden. Uitgeput komen we in kamp 3 aan waar een klein horizontaal plateautje is uitgehakt in de steile sneeuw waar ternauwernood plaats is voor ons tentje. Als het eindelijk staat ploffen we er uitgeput in neer. Pemba voorziet ons een uurtje later, als de tweede tent staat, met yak-kaas en crackers (ons favoriete tussendoortje) en een uur later met……. vissoep. Een oranje/zalmkleurige derrie waarin allerlei herkenbare maar vooral ook onherkenbare witte, grijze, zwartgestreepte flubbertjes, kraakbeentjes (Jetze dacht zelfs een oogje te zien) drijven. Worden wij niet geacht in de ‘zone des doods’ te zijn waar je geen enkele eetlust hebt en je maagdarmstelsel vanwege zuurstofgebrek er de brui aan heeft gegeven??? Eigenlijk blijkt de soep (en de rest van het eten) goed binnen te houden. Kennelijk werkt Namgya’s acclimatisatieschema goed: in EBC had ik een rusthartslag van 62, in ABC van 75 en zelfs hier op 7100 m zit ‘ie maar net boven de 80. Jetze en ik hebben dan ook pertinent geweigerd om Namgya’s suggestie, een zuurstoffles klaar te zetten voor als we ’s nachts onwel zouden worden of hoofdpijn zouden krijgen, zelfs maar in overweging te nemen. Desondanks was het een onrustige nacht: het stormde vreselijk en we kregen continu een regen van fijne ijskristalletjes over ons heen. Verder is plassen een serieus probleem in kamp 3: het is er zo steil dat je eigenlijk stijgijzers en een zelfzekering nodig hebt. Zonder dat lig je met een klein misstapje gelijk een paar honderd meter lager op het ijs. Namgya suggereerde dat we beter in het voorportaaltje van de tent konden plassen. Tenslotte vriest het er toch altijd wel een graad of 20 of meer. De gelige vlekken bij de half dozijn tentjes op de helling suggereerde dat dit een standaardoplossing is. Vanmorgen (2 mei) weer terug naar ABC. Het is ijskoud en het waait enorm. Voor de zekerheid wil Namgya allebei de tentjes afbreken. Als we daarmee klaar zijn, zijn we opnieuw veranderd in ijspegels. Gelukkig is de afdaling langs de ijswand lekker snel: honderden meters abseilen. Het is bijna jammer als we weer op de vlakkere gletsjer aankomen en weer moeten gaan lopen. Aangekomen in ABC maakt Pemba weer een fantastische lunch. Morgenochtend vroeg (3 mei) hopen we via de Cwm en de IJsval weer terug te keren naar EBC.