Weer thuis

Vrijdag 25 mei zijn we weer thuis gekomen. Na een probleemloze vlucht zijn we op tijd op Schiphol geland waar we verwelkomd werden door onze gezinnen. De dagen daarna hebben we uitgerust en (zaterdag) nog een interview gegeven aan het Leidsch Dagblad. Heerlijk dat het het Pinksterweekend was, zodat we een dag langer hadden om bij te komen.

We willen alvast iedereen enorm bedanken die meegeleefd heeft en berichten gezonden via de site, per sms, e-mail, satelliet telefoon of via het Facebook account van Peter. Al die blijken van meeleven waren erg belangrijk voor ons en vaak het hoogtepunt van de dag. We waren soms verbaasd en blij verrast over de belangstelling. Geweldig!

Donderdag 24 mei

Donderdag 24 mei. We zijn nu op de terugweg naar huis. In plaats van 3 dagen lopen naar Lukla hebben we de helikopter genomen vanuit Basecamp, wat 14 minuten duurde. De ochtend daarop naar Kathmandu gevlogen en vanmiddag gaan we eerst naar Delhi en dan door met AF/KLM via Parijs naar Schiphol, waar we volgens plan morgenochtend 10.15 landen. We zijn blij dat dit allemaal zo vlot gaat zodat we een lang pinksterweekend met onze gezinnen kunnen hebben. Dat was overigens niet mogelijk met Jet Airways waarmee we ongeveer 6 uur tevergeefs hebben gebeld om de tickets te wijzigen. Jet presteerde het om je langer dan een half uur in de wacht te zetten en dan verbinding te verbreken. Uit wanhoop maar op vliegtickets.nl geboekt.

De media hebben ons ondertussen gevonden. AD, Leidsch Dagblad, radio en TV West, alle zijn geïnteresseerd in onze belevenissen. We hebben midden in een van de zwartste dagen van de Everest gezeten. Weliswaar is onze veiligheid niet echt in het geding geweest, mede dankzij onze sherpa Namgya, maar we hebben velen gezien die niet zo goed waren georganiseerd.

Een verschrikkelijke nacht…

Inmiddels hebben de meeste van jullie bij stukjes en beetjes de informatie over de laatste dagen van onze tocht al gehoord. Hierbij wil ik (Peter) graag mijn relaas over de laatste paar dagen geven. Zoals we van plan waren, zijn we de 16e ’s ochtends om 2 u opgestaan en naar ABC geklommen. We hebben daar de rest van de dag wat rondgehangen. Namgya heeft ons nog voorgesteld om de 19e een toppoging te doen, ondanks het feit dat het dan extreem druk zou zijn. We hebben besloten om toch aan ons plan van de 20ste vast te houden omdat Jetze zich niet helemaal top voelde. In retrospectief had het toch niet uitgemaakt want op de 17e, terwijl we wat rondhingen, werd er opeens om eerste hulp geroepen. Ik ben toen omhoog gerend en er werd een zwaargewonde sherpa de tent van een van de grotere organisaties binnengedragen. Het was Pem, een van de sherpa’s van Jagged Globe. Toevallig ken ik de leider van Jagged Globe, David Hamilton, omdat hij vorig jaar de beheerder van Vinson base camp was en ik daar met hem geklommen had. Eerder was hij bij ons in EBC al op de thee geweest want Namgya kent hem uiteraard goed. Omdat een plaats voor kamp 3 (op de steile, verijsde wand van de Lhotse met maar op een paar plaatsen sneeuw om een plateau uit te hakken) heel moeilijk is, had David voorgesteld bij hem te komen staan. Namgya had dat aanbod geaccepteerd. In de ochtend van de 17e was er echter een serac naar beneden gestort op het kamp van Jagged Globe waarbij een sherpa hoofletsel had opgelopen (maar met hulp nog naar kamp 2 kon komen) en de andere, Pem, een arm en een been had gebroken en per geimproviseerde brancard naar kamp 2 was gebracht omdat helicopters niet in kamp 3 kunnen landen. Ik heb Pem zo goed en kwaad als het ging aan de gang gehouden en gestabiliseerd tot de heli kwam. Ondertussen hoorde ik dat Jagged Globe veel pech had gehad. Eerst een (uiterst ongebruikelijke) lawine vanaf de Nuptse in kamp 1, waarbij alle tenten waren vernield en sommige klimmers uit 5 m sneeuw moesten worden uitgegraven, maar waarbij geen slachtoffers waren. Wel hadden 8 van de 12 klimmers er de brui aan gegeven en met dit ongeluk twijfelde David eraan of de hele expeditie wel door moest gaan. Toen Namgya hoorde van de neergestorte serac, is hij onmiddelijk naar kamp 3 geklommen en vond, zoals verwacht, dat ons kamp ook verwoest was. Gelukkig hadden wij de tenten neergehaald. Namgya heeft al onze spullen uitgegraven en naar een nieuwe plaats zo’n 80 m oostelijker gebracht (en was binnen de 5 uur weer op ABC, z’n reputatie als klimmachine bevestigend). Als we besloten hadden de 19e een toppoging te wagen, waren we – afhankelijk van de timing of bedolven onder de serac of hadden bij verrassing ons kamp verwoest aangetroffen. Hoe dan ook de 18e zijn er via een nieuwe, veel oostelijker route op de Lhotse wand naar kamp 3 gegaan. De nieuwe route is gemakkelikker maar wel veel langer. Jetze voelt zich nog steeds niet helemaal tip-top en Namgya staat erop dat ‘ie met zuurstof slaapt. Jetze slaapt erop als een roos en bewijst hoe vreselijk verslavend zuurstof is. De volgende ochtend (19 mei) vertrekken we ’s ochtends vroeg naar kamp 4 (met zuurstof). Het is een klim van 900 m en vreselijk druk op de route. We komen tegen de middag aan op de vreselijk desolate en winderige South Col waar Pasang en Namgya snel een tent opslaan en ons in onze slaapzakken commanderen want om 19 u beginnen we met onze toppoging. Om 19 u gaan we inderdaad goedgemutst op pad. De dag ervoor (windloos en met prachtig weer) zijn talloze mensen met veel minder voorbereiding en conditie op de top gekomen (hoewel er ook 2 doden vielen, waaronder een Duitse arts: we spraken gisteren iemand die daarbij was) dus dat zullen wij ook wel doen. Tegen de verwachting in gaat de wind niet liggen maar wordt steeds sterker en af en toe sneeuwt het. We komen al gauw in een file terecht en gaan langzaam. Tot overmaat van ramp begeeft m’ n hoofdlampje het (ondanks het feit dat ik er die middag nieuwe batterijen in gedaan had) en moet ik min of meer in het donker klimmen. Helaas is het nieuwe maan dus het is echt stikdonker en we gaan steeds moeizamer. We zijn niet de enigen die het moeilijk hebben: diverse klimmers ligen uitgeput langs het pad. Het waait harder en harder. Op de ‘Balcony’ op 8400 m wisselen Pasang en Namgya onze (half)lege zuurstofflessen volgens plan maar Namgya maakt zich zorgen over ons tempo. Het weer verslechterd alleen maar en de wind neemt toe tot 60 a 70 km/u. Op de richel boven de Balcony waait het zo hard dat Pasang en ik helemaal ineengedoken ons met beide handen vast moeten houden aan het vaste touw om de berg niet afgeblazen te worden. Ik voel dat m’n rechter oog bevriest en zowel Passng als ikzelf lopen frostbite op in ons gezicht. Als de wind wat afneemt, klimmen we verder maar net onder de South Summit op zo’n 8600 m besluit Namgya na kort overleg dat we terug moeten gaan. Het is 3uur. Misschien halen we de top, maar dan is de kans dat we daarna nog levend naar beneden komen gering. De terugtocht is vreselijk. We waren voorbereid op diepgevroren lijken die daar al maanden of jaren lagen, maar niet op stervende en dode klimmers. Een groep klimmers, kennelijk uit India, die een dode kameraad, voeten provisorisch bij elkaar gebonden met een touw om z’n middel, mee proberen te nemen naar beneden terwijl een andere man in hun team stervende lijkt – hij gaat telkens liggen en zo. Een Koreaan die het op onze heenweg al niet lijkt te trekken en, naar we later hoorden tevergeefs met veel geld geprobeerd heeft zuurstof en hulp in te kopen, zit er nog steeds. Hij beweegt nog flauwtjes maar zal het daglicht nooit meer zien. Op een gegeven moment loopt het touw over iemand die het niet gered heeft: het is luguber om je zelfzekering op de borst van het lijk te moeten losmaken en vervolgens aan z’n middel weer vast te maken. Het slechte weer houdt aan en m’n sneeuwbril vriest helemaal dicht zodat ik nog minder zie. Ik hobbel maar achter de anderen aan naar beneden. Om een uur of 7 zijn we voledig gedesillusioneerd weer in kamp 4. We breken het kamp af en gaan naar beneden. Een lange tocht. We raken elkaar, ook door de drukte en heel langzame klimmers, wat uit het oog. Ik kom om 14:20 in kamp 3 aan en wacht daar een uur. Als de anderen er dan nog niet zijn, ga ik maar alleen verder. Op een gegeven moment komt Pemba me tegemoet met drinken. Namgya heeft hem gebeld met de satphone. De anderen zitten een uur achter me. Om 17:15 kom ik uitgeput aan in ABC. De rest komt om 18:30. Pemba brengt eten in onze tent zodat we in onze slaapzak kunnen blijven. Hoewel ik 22 uur non-stop in touw geweest ben en fysiek uitgeput, kan ik slecht slapen: de vreselijke beelden, de desillusie van de mislukking, de vraag wat nu – alles tolt en draait door m’n hoofd. De volgende morgen (20 mei) staat Pemba om 5 u met koffie klaar. Na het ontbijt breken we ABC af en vertrekken we naar EBC. De Cwm maakt voor het eerst z’n reputatie als oven klaar en de Khumbu Ijsval is hard aan het smelten en het aantal ladders lijkt verdrievoudigt. Moe komen we in EBC aan. Ik ga naar de medische post om te vragen hoe het met Pem is: alles blijkt naar omstandigheden ok. Rachel, de arts die al eens bij ond op de thee is geweest zegt echter als ik binnenkom ‘my goodness, you lost weight’. Inderdaad denk ik dat ik ruim 10 kg kwijt ben geraakt de afgelopen tijd. M’n bevroren oog ziet rood en voelt zanderig, maar volgens Rachel is er geen blijvende schade. De frostbite geeft echter permanente littekens. Van Rachel hoor ik ook de bittere balans van de toppogingen op 20 mei: 6 mensen op de top vanuit Tibet, van wie er 4 omkomen op de terugweg. Geen enkele geslaagde toppoging van ‘onze’ kant, maar al 5 bevestigde slachtoffers. De beslissing een toppoging te wagen was fout, gebaseerd op een foute weersverwachting. De beslissing om op zo’n 250 m onder de top terug te keren was echter juist…

Terug in basecamp

Zojuist heb ik (Leindert) telefonisch contact gehad met Peter:

Ze zijn veilig teruggekeerd in basecamp. Er heerst een verslagen stemming, veel expedities hebben de top niet gehaald en zijn ook niet volledig teruggekeerd. Beide mannen zijn redelijk ongeschonden weer in basecamp aangeland.

De kampen 1 t/m 4 zijn al redelijk ingepakt. De sherpa’s zullen nog omhoog gaan om de resterende spullen op te halen. Verder is het nu voorbereiden op de terugreis.

Verslag van Jetze: Zaterdag 20 mei hebben we geprobeerd de top te halen. Maar het weer heeft ons doen besluiten om op circa 8600 meter terug te keren. De wind was veel te sterk en nam steeds meer toe. We zijn bijna van een graat geblazen. Omdat we ’s nachts liepen konden we vrijwel niets zien. Schokkend was verder dat we 2 doden hebben gezien en 4 die aan het sterven waren. En dan heb ik het niet over de lichamen van eerder omhoog gekomen klimmers. 1 kon niet meer worden geholpen. Daar loop je dan 2 maal langs. Verschrikkelijk vond ik ook dat, toen ik even moest wachten op de anderen, een Indisch uitziende man met sherpa langs kwamen en dat helder was dat die man niets op de berg te zoeken had: heb beide aangesproken om om te draaien, maar zonder effect. Op de terugweg haalden we een groep in met een dode die aan een touw naar beneden werd gelaten. In die groep waren ook de Indiër en een andere man die er even slecht aan toe was. Beiden gingen er regelmatig bij zitten of liggen en moesten door anderen overeind worden geholpen. De vraag is of ze het hebben gehaald.

Op de dag van onze toppoging hebben toch nog 7 anderen op de top gestaan. Maar daar staan 5 doden aan de Zuidkant en 4 doden aan de Noordkant tegenover. De dag daarvoor was het mooi weer en hebben veel mensen de top bereikt, maar zijn 2 doden gevallen. We zijn nu blij dat we zijn omgedraaid.

Teveel wind

Peter en Jetze hebben zojuist gebeld dat ze vanochtend vroeg op pad zijn gegaan voor hun toppoging, maar dat de wind steeds verder aanwakkerde tot 6 à 7. Al snel werd duidelijk dat dit veel te gevaarlijk werd, omdat ze op dat moment een graat over moesten met aan beide kanten steile hellingen. Heel jammer natuurlijk, maar ook duidelijk dat dit niet  verantwoord was, zijn ze op ca. 8600 m  omgekeerd en naar Camp 2 afgedaald.

 

 

High Camp

Aangezien de heren geen bericht kunnen sturen via het internet op High Camp, maar mij (Gerrit) wel hebben bereikt via de satelliettelefoon, zal ik hier schrijven wat ik uit het gesprek heb kunnen begrijpen (de verbinding is niet optimaal).

Ze zijn aangekomen in High Camp (ofwel kamp 4) op ruim 7900 meter. Ze hebben vanaf kamp 3 (7100 meter) al met zuurstofflessen gelopen. In ieder geval is hun voorraad daarvan nog groot genoeg. Ze hebben geen last van hoogteziekte en Jetze meldde dat alles goed ging, maar ze zijn erg vermoeid. Wel gaan ze ervan uit dat ze het halen. De weersverwachting is goed, en ze gaan morgen of overmorgen de toppoging wagen.

We gaan het wagen…

Vanacht om 2 uur hopen we naar ABC te gaan om daar nog 2 nachten op 6400 m te slapen alvorens opnieuw de zuidwand van de Lhotse te beklimmen op weg naar kamp 3 (7100 m). Daar zijn we van plan 1 nacht te slapen en dan op 20 mei de oversteek te maken naar kamp 4 op 8000 m. Daar hopen we een aantal uur te rusten voor we om een uur of 10 ’s avonds de toppoging aanvangen. De weersverwachting voor 20 en 21 mei is gunstig en we hopen dat de laatste stukken van de vaste touwen dan gereed zijn. In elk geval zijn we vanaf morgen voorlopig alleen per satphone bereikbaar.

Dagelijks eten

Misschien ook wel aardig om te weten hoe het eten hier is. Niets voor niets zegt Namgya dat de kok de belangrijkste man is. Want als je niet goed eet val je af en heb je geen energie voor de uitputtende topdag, waar je 2-4 kilo verliest. Dus: waar kan het uit bestaan? ’s Ochtends porridge, yoghurt en cereal, getoast witbrood (nu van ruim een maand oud), rijstpudding, omelet, cocktail worstjes, smack (heel erg) en experimentele cinnamon rolls. De lunch is een warme maaltijd met Tibetaans brood, groente (meestal bloemkool), Nepalese paksoi, kip of yakvlees (er hangt hier een yakbeen dat op grondstoffelijke wijze wordt vermalen tot gehakt, met been en alles er nog in), rijst, pasta, gebakken aardappel. Het diner is een herhaling van de lunch, maar met knoflook soep em als toetje vruchten uit blik, soms met room of yoghurt. Een hoogtepunt is als het diner start: dan wordt ons een heet handdoekje aangereikt voor onze handen, als in een eersteklas vliegtuigcoupé. Heerlijk! Wat voor verbetering vatbaar is is de wijn. Na 3 flessen uitstekende rode wijn (keuze van Peter in Kathmandu) zijn we veroordeeld tot pakken van 4 liter met namen als “Australian Red Lambrusco” en “Fruity Lexia”, beide van het slag dat men op studentenfeestjes schenkt nadat het lekkere bier op is.

12 mei

We hebben een vervelende tegenslag: de sherpa’s hebben de touwen van de South Col naar de top nog niet aangebracht, ondanks het goede weer van de afgelopen dagen. Integendeel, het materiaal ligt nog niet eens in High Camp. Er wordt op z’n vroegst pas de 17e mee begonnen. Dat laatste komt doordat de komende dagen minder goed weer op de top wordt voorspeld. Oorspronkelijk zou alles vandaag gereed zijn; dit betekent ongeveer een week vertraging ten opzichte van het oorspronkelijke schema.

Positief is dat Namgya en Pasang ondertussen High Camp gereed hebben gemaakt. Gisteren hebben ze een tour de force uitgehaald: ze zijn van Camp 2 naar High Camp gegaan en vandaar weer direct naar beneden, naar Basecamp, 1600 meter omhoog en 2600 meter omlaag. De tenten en alle zuurstofflessen zijn waar ze moeten zijn. Dat is in ieder geval klaar.

Voor ons is het wachten ondertussen minder leuk aan het worden. Maar er zit niets anders op. Wel is het zo dat we plannen om over een paar dagen naar Camp 2 te gaan om in de startblokken te staan voor de summit.

Het is grappig om te zien hoe het afslijten van de gletsjer het Basecamp verandert. Door het smelten van het ijs, veelal onder het oppervlak, breken voortdurend stukjes af, vallen kleinere en soms ook grotere stukken steen naar beneden en een enkele keer voel je s’nachts in je tent het ijs bewegen. Soms moeten tenten worden verplaatst om weer een goede basis te krijgen.

Wachten voor een toppoging

We zitten nu al een paar dagen te wachten in EBC. Een paar dagen geleden zag het er bepaald niet rooskleurig uit maar inmiddels zijn we weer iets optimistischer. Een paar dagen geleden gaf de grootste groep (met meer dan 100 sherpa’s) die de taak op zich had genomen de vaste touwen vanaf kamp 3 naar de top aan te brengen er de brui aan. Wellicht niet zo verwonderlijk gezien het feit dat ze al een sherpa verloren hadden en twee andere in kritische toestand in het ziekenhuis. De patstelling is sindsdien doorbroken, onder andere door fikse sneeuwval die zorgt voor aanmerkelijk minder steen- en ijsslag. Andere groepen sherpa’s hebben de taken overgenomen. Het levert ook mooie plaatjes op van onze tentjes op de Khumbu gletsjer, prachtig gelegen pal voor de IJsval. Sinds eergisteren zijn de vaste touwen tot het zuidelijke zadel van Everest gereed en kan kamp 4 op 8000 m worden ingericht. Namgya en Pasang zijn gisteren naar ABC vertrokken en kunnen vandaag materiaal omhoog brengen naar kamp 3 en hopelijk daarna kamp 4 inrichten. De komende dagen worden naar het zich laat aanzien ook de benodigde touwen naar de top aangebracht. We schatten dat Namgya en Pasang nog een dag of 4 nodig hebben om alles in orde te maken. Dan is het afwachten op een geschikt weersvenster voor de top. In de tussentijd proberen Jetze en ik de tijd wat te doden door in de buurt van EBC wat te klimmen (zie foto van de Everest, waar je precies het zuidelijke zadel kunt zien met Lhotse), af en toe naar Gorak Shep te gaan (daar ben je al gauw ruim 4 uur mee onder de pannen) om deze website up to date te maken, en andere klusjes te doen (zoals het repareren van m’n stijgijzers – hetgeen met een afgedankte halve meter 4-polig electrisch snoer heel aardig gelukt is).