De expeditie

We zijn van plan de Everest te beklimmen via de zuidelijke graat, dus vanuit Nepal. We klimmen daarmee de originele route die voor de eerstbeklimming gebruikt is door Tenzing Norgay en Edmund Hillary in 1953. Op zich is die route technisch niet al te moeilijk afgezien van de moeilijkheden die gepaard gaan met de enorme hoogte. Na een kort verblijf in Kathmandu voor de formaliteiten, vliegen we naar Lukla (2800 m) waar de eigenlijke expeditie begint. Via Phakding (2600 m), Namche (3440 m) trekken we naar Tengboche (3800 m) en vandaar via Namboche (4200 m) naar Lobuche (4910). Vervolgens gaan we naar Gorak Shep (5180 m) van waaruit we de Kala Patther (5643 m) beklimmen op weg naar Everest base camp (5360 m). Van daaruit begint de echte beklimming…

Allereerst technisch het uitdagendste gedeelte en waarschijnlijk objectief het gevaarlijkste deel: de Kumbu Icefall. We hebben ons eerste kamp gepland vlak boven de Kumbu Icefall op ca. 5950 m. We opereren volgens de cash-and-carry methode, dus trekken heen en weer tussen de verschillende kampen onder het motto ‘hoog klimmen, laag slapen’. Het tweede kamp is gesitueerd op de morene onder de spectaculaire Everest  zuidwestwand op ca. 6400 m. Kamp drie slaan we op onder de zuidwand van de Lhotse op ca. 7250. Vandaar klimmen we naar de South Col voor ons “High camp” op 7950 m, van waaruit de toppoging wordt ondernomen.

Vanuit high camp loopt de route omhoog via sneeuwhellingen naar de Balcony (8500 m) op de kam van de zuidoostgraat. De klim gaat dan verder over de rotsige graat naar de zuidtop. Vandaar gaat de route langzaam omlaag en gaat dan via een smalle, ‘luchtige’ graat naar de Hillary step (8750 m). Als deze 12 m hoge gemengde ‘schoorsteen’ beklommen is, is de top nabij…

Op de kaart zijn de geplande kampementen vanaf het basis-kamp ingetekend

 (klik om te vergroten):