Foto’s 14 April

Omdat de verbinding met Nepal niet altijd even probleemloos is, komen ook berichten wel eens wat later aan dan verwacht. Hieronder nog een aantal foto’s van 14 april, met commentaar!

Commentaar:
Foto rechts: “Everest nauwelijks zichtbaar in de wolken achter de vlaggetjes vanaf Kala Pathar.” 

Afscheid en nieuw begin

Vanmorgen hebben we na het (wederom copieuze) ontbijt emotioneel afscheid genomen van Natalie, Ross, en Pemba. Daarna zijn we de Khumbu IJsval opgegaan met Nambya om te oefenen. De IJsval heeft me altijd veel ontzag ingeboezemd maar het blijkt een grote speeltuin met allemaal leuke spleten, walletjes en stapjes. Je zou er een hek omheen moeten zetten en toegang heffen. Ook de ladders, die andere nachtmerrie die we hadden, bleken een koud kunstje. Na één keer heen en weer lopen gaf Namgya me het mooiste complimentje dat je je kunt indenken: “You can stop, Peter, you already look like a real sherpa”. Vannacht gaan we voor het eerst de hele Khumbu IJsval over om het materiaal naar kamp 1 te brengen.

Commentaar bij de foto’s:
Links: “Zojuist gearriveerd Pumo Ri high camp (5666 m) als acclimatisatietocht. Koud en kortademig maar prachtig uitzicht op EBC” 
Rechts: “Pemba (de chef, niet de ex-monnik) heeft een topfoto van ons gemaakt: Ross, Jetze en ikzelf. “

 

Ceremonie

De ceremonie gisteren was heel merkwaardig. De mensen nemen het serieus maar tegelijk het alsof ze het met een korrel zout nemen, want ze praten gewoon door de gebeden van de Lama. Ze maken foto’s, grappen en zijn er niet zo bij als wij. Ik heb twee uur naast de Lama gezeten die in verschillend tempo (vaak heel snel) gebeden murmelde en soms praktische aanwijzingen gaf: dat de vogels weg moesten van het voedsel, over het inschenken van de whiskey (moesten we opdrinken al of niet vermengd met cola), het branden van de wierook ed. Het was voor mij deels een poppenkast. Je kan een berggod toch niet erg serieus nemen? Daar kwam bij dat ik tevoren al had moeten plassen, dus twee uur zitten in kleermakerszit was best wel afzien. Nou ja, de Sherpa’s gaan de berg niet op zonder puja (ceremonie), dus het moet maar.

Maandag 16 april

Vandaag uitgerust. Slapen uit tot half zes (Peter) of half zeven (ik). Voor het eerst de “peebag” gebruikt om s’nachts te plassen zonder de kou in te hoeven. Is afsluitbaar en een fantastische uitvinding. Was -10 vannacht. De belangrijkste happening vandaag is de Puja ceremonie, waarin de Lama de god van de Chomolungma (Everest in het Tibetaans) vraagt om een veilige tocht. Duurt van 10 tot 12. We krijgen witte sjaals om en bloem in onze baarden. Lange lijnen met gebedsvlaggen gaan in 5 richtingen. Peter leest mede namens mij psalm 121 hardop (kort en toepasselijk). Het is vreemd om het Boeddhisme, dat strikt genomen geen religie is, verweven te zien met geloof in berggoden. Daarna lunch en eindeloos niets doen, foto’s maken, theedrinken phone home of equivalent. Morgen een acclimatiseringstocht en overmorgen door de ijsval naar Camp 1 (6000m) die dit jaar erg stabiel heet met weinig ladders.

Base Camp

Gisteren in Everest Base Camp aangekomen. Eerst nog in Gorak Shep om 05.30 op, ontbijt om 06.00 en daarna de Kala Pattar op, met een hoogte van een leuke klim. Voor ons de tweede maal, gister ook al gedaan. De top van de Kala Pattar is druk, maar gezellig met mensen van allerlei nationaliteiten die voor elkaar de prestatie vastleggen. Voor Natalie en Ross het hoogtepunt, voor Peter en mij een oefening. Daarna wil Pemba een snellere route naar EBC (Everest Base Camp), maar we raken in de morene de weg een beetje kwijt en doen er veel langer over. Wel leuk, achteraf. Pemba heeft permanent Nepalese muziek op en Jetze doet een shuffle, die door Natalie wordt vastgelegd. EBC is uitgestrekt en het duurt bijna een uur van de ene naar de andere kant in de lengte. Namgya  staat ons bij het begin op te wachten met hete drank en koekjes, geweldig! Waren daar heel erg aan toe.

De accommodatie is voor onze begrippen een luxe. Een eettent met verwarming, verlichting en versierd met bloemen (plastic) en een dik kleed op de grond, een kooktent, aparte slaaptenten voor Peter en mij met dikke matrassen, een team van 5 man dat klaar staat om ons van alles te voorzien. Het eten blijkt uitstekend, er is een overvloed, we worden echt in de watten gelegd. Namgya verwacht dat we de 10-de mei gereed zullen zijn voor de top. Hij heeft duidelijk vertrouwen in ons, zoals wij een groot vertrouwen in hem hebben. Leuk detail: Ross Weird vraagt vandaag Natalie Scott in EBC ten huwelijk, dus party. De keukencrew voorziet een fles wijn van een passend etiket, wat het helemaal compleet maakt. Ze zullen wachten met trouwen tot ze in de herfst terug zijn in Engeland. Misschien gaan we naar het feest, in kilt (want Ross is Schot).

Update Satelliet verbinding!

Het onderstaande nummer voor de satelliettelefoon bleek niet te werken. We hebben nu we een wel werkend nummer: 8816 32573845 . (De eerste vier cijfers (8816) worden al gegeven). De webpagina blijft hetzelfde: http://www.iridium.com/ (gebruik de knop ‘send a satellite message’ rechts bovenin). We stellen berichten erg op prijs!

Verbinding

Wij zijn vanaf vandaag alleen nog maar bereikbaar via de satelliet telefoon, helaas!

De eerste glimp van de Everest (Sagarmatha in Nepalees en Chomolungma in Sherpa), gezien vanuit Tengboche.

Namche to Tengboche

Vanmorgen zijn we in miezerig weer vertrokken richting Tengboche (3876 m) waar een nacht zullen blijven voor we doorgaan naar Dengboche. Gelukkig klaarde het weer enigszins op. Het is een prachtig dal. Eerst dalen we tot ca. 3250 m om vervolgens ruim 600 m te klimmen. Helaas kunnen we opnieuw de Everest, Nuptse en Lotse niet zien. De enige reus die af en toe uit de nevels opduikt is Ama Dablam. Pemba gaat met Jetze en mijzelf voorop en Namgya volgt met Ross en Natalie. Op het laagste punt, bij een imposante hangbrug over de rivier wachten we op de anderen. We gaan op een muurtje zitten en Pemba schurkt helemaal tegen me aan. De sherpa’s zitten gewoonlijk aanmerkelik dichter op elkaar dan wij wenselijk zouden vinden; Namgya vertelde Jetze en mij al dat boven EBC hij met 4 of 5 anderen in een Mountain Hardwear Triango tentje zal slapen. Jetze en ik sliepen daar samen op Aconcagua in en zullen dat ook op Everest doen en dat gaat goed, maar ik denk dat we met een extra persoon wel problemen zouden hebben. Maar Pemba geeft me een brede glimlach, legt z’n hand op m’n knie en z’n ondrarm op m’n been en hangt tegen me aan. We zitten zo een minuut of twee, drie terwijl we het prachtige dal inkijken. Ik ben geroerd dat de diepe genegenheid die ik voor de jonge ex-monnik heb opgedaan kennelijk wederzijds is. We hebben kort na de hangbrug lunch terwijl de zon doorbreekt. Als we weer gaan lopen betrekt het weer. Na een steile klim komen we aan bij het klooster van Tengboche waar we zullen overnachten. We krijgen onze kamers (aanmerkelijk Spartaanser dan tot nog toe, maar met een adembenemend uitzicht naar twee kanten). Pemba neemt ons mee het klooster in om een ceremonie van de monniken mee te maken. Indrukwekkend, maar je moet je schoeisel uit en met onze vochtige sokken hebben we al gauw ijsvoeten want het is er ijskoud. Het sneeuwt zachtjes en we zien af van het scoren van een topje in de buurt om in plaats daarvan binnen te gaan zitten waar het eveneens ijskoud is, maar ze inmiddels aanstalten maken de kachel aan te steken.

Namche 10 april

Als het weer goed zou zijn geweest zouden we om 05.30 opstaan en naar een panoramapunt lopen, 400 meter hoger om een blik op de Everest en andere bergen te werpen. Het regent, dus we slapen uit. Dan gaan we toch omhoog en zien zo nu en dan tussen de wolken door een glimp van een top. Daarna bezoeken we het Sherpa-Museum. Dat bestaat uit een huis zoals sherpa’s vroeger bewoonden. Je moet de foto’s zien om er een beeld van te krijgen. Indrukwekkender is de tweede ruimte met foto’s en krantenknipsels van het Sherpa leven van de jaren ’50 tot nu. Maar de uitsmijter is de laatste ruimte waar alle foto’s van de sherpa’s hangen die de top hebben bereikt en waar uitgebreid wordt ingegaan op de eerste beklimming in 1953. Interessant is dat die sherpa’s die van groter belang zijn (geweest) een grotere foto hebben of zelfs meerdere. “Onze” sherpa, Namgya heeft een grotere foto uit 2003 omdat hij een eerst-beklimming heeft gedaan van de Mechi. Hij vertelt dat hij niet alleen op de Everest heeft gestaan, maar ook op andere 8000-ers, zoals de Kanchenjunga, Cho-Oyu en de Ama Dablam. Hij vertelt ook desgevraagd dat hij elk jaar, dat hij met een groep de Everest heeft beklommen succesvol is geweest.

Daarna lunch (zoals gewoonlijk uitstekend!).

Namche 9 april

We zitten een paar dagen in Namche op 3445 m om te acclimatiseren. Namche is een vriendelijk bergdorp van enige omvang dat fungeert als regionale markt (“Namche Bazar” – zie foto). De helft bestaat uit hotelletjes en winkeltjes. Gisteren (9 april) zijn we met Pemba omhooggewandeld naar Thame (ca. 3800 m) om te acclimatiseren. Namgya bleef in Namche om een nieuwe yak te regelen. De yak van Lukla was te zwak om verder te gaan. Yaks zijn relatief zwak na de winter en sterken aan in de zomer en ‘onze’ yak dreigde het niet te redden tot Everest Base Camp (EBC). Thame is een traditioneel bergdorp in een zij-vallei van de Khumbu vallei en ligt dus buiten de normale trekking route naar EBC en is daarom erg rustig. Ongeveer halverwege omhoog besluiten Ross en Natalie om in Thame te blijven. Ze gaan wat in een prachtig boeddhistisch nonnenklooster rusten en dan weer naar beneden. Jetze, Pemba en ikzelf gaan in een vlot tempo door naar Thame waar we in de hut van Apa Sherpa, met 21 succesvolle beklimmingen van Everest de wereldkampioen. Toevallig zit daar ook de vrouw van Conrad Anker, de man die in 1999 Mallory heeft gevonden. Als we weer naar beneden gaan, snel ik enigszins vooruit omdat ik gezien heb dat NCell een zendmast in Thamo heeft en, zoals ik gehoopt had, heb je daar een aanmerkelijk betere internetverbinding dan in Namche. Waar je in Namche ‘s avonds zo’n anderhalve bit per kwartier hebt, kan ik hier in no-time Soccer 2009 downloaden waar Pemba zich ‘s avonds de hele avond vermaakt. Pemba is een verhaal op zich waard. Hij is de jongere broer (19 jaar) van Wongmu, Namgya’s vrouw. De sherpa’s werken met een soort gilde-systeem en hij is mee als een soort van gezel met Namgya als meester. Hij doet vreselijk z’n best. Z’n Engels is ietwat gebrekkig en hij beantwoordt vrijwel elke vraag met een langerekt “jooh”. “Jooh” betekent zoveel als (1) ik heb geen idee wat je bedoelt, (2) ik begrijp wat je bedoelt maar (a) ik weet het antwoord niet, (b) ik weet het antwoord, maar wil het niet zeggen, (c) ik weet het antwoord wel maar ik weet niet hoe ik het moet zeggen, of (3) ik weet het antwoord maar ik schaam me om het te zeggen. Uit de lichaamstaal moet je vervolgens opmaken wat het juiste antwoord is. Eergisteravond zat ik Devanagari (het schrift dat ze hier gebruiken) te oefenen met het opschrijven van onze namen toen Pemba nieuwsgierig kwam kijken. Ik vroeg ‘m of ik het goed deed. Hij vond het zo-zo, met name omdat ik in ‘sherpa’ een ‘hele r’ gebruikte in plaats van een ‘halve r’ (dat is een onderscheid dat het Lonely Planet gidsje van Jetze niet kent…). Vervolgens schrijft hij bliksemsnel in prachtig schoonschrift Namgya’s en z’n eigen naam (Pemba Nuru Sherpa) op. Met een stralend trots gezicht zegt hij: “I can also write holy Tibetan” en kalligrafeert z’n eigen naam in het klassieke Tibetaanse schrift dat op alle gebedstrommels, Mani-stenen en stupa’s staat. Namgya had me verzekert dat alleen monniken dat konden lezen. Echter direct nadat hij het geschreven had, kijkt Pemba verschrikt op, krast alles door en maakt zich schielijk uit de voeten. Gisterochtend was ik vroeg op (gewoonlijk zijn Namgya en ik geruime tijd op voor de rest opstaat) en vroeg hem hoe het kon dat Pemba het Tibetaanse schrift kende. “Oh, he has been a monk for some years” was het antwoord. Uiteraard wilde ik daar meer van weten. Het is niet ongebruikelijk dat in een gezin met een paar kinderen er een zoon naar een klooster wordt gestuurd. Pemba heft het echter na een paar jaar voor gezien gehouden en is naar een reguliere school gegaan. Hij doet nu ‘lower secondary education’, een soort van VMBO praktische leerweg, als ik het goed heb begrepen. Z’n naam betekent ‘zaterdag’ want dat is de dag waarop hij is geboren, er lopen dan ook een heleboel Pemba’s rond. Ouders zoeken namelijk niet de naam van hun kinderen uit, maar dat doet de lama tijdens de naamgevingsceremonie en vaak kiezen ze de naam van de dag van de week. Namgya vertelde verder dat monniken niet mogen trouwen maar dat daar in de praktijk vaak niet veel van terecht komt. Dat inspireerde me om aan Pemba te vragen of dat een reden was geweest. Dat leverde een “jooh” van de derde categorie op met een grijns van oor tot oor. In eerste instantie dacht ik vervolgens dat hij een beeldschone Nepalese, van dezelfde school in Lukla, maar niet in dezelfde klas, als vriendinnetje had. Maar vele “jooh”s later begreep ik dat hij alleen maar achter haar aanzit en veel mededingers naar haar gunsten heeft.