High Camp

Aangezien de heren geen bericht kunnen sturen via het internet op High Camp, maar mij (Gerrit) wel hebben bereikt via de satelliettelefoon, zal ik hier schrijven wat ik uit het gesprek heb kunnen begrijpen (de verbinding is niet optimaal).

Ze zijn aangekomen in High Camp (ofwel kamp 4) op ruim 7900 meter. Ze hebben vanaf kamp 3 (7100 meter) al met zuurstofflessen gelopen. In ieder geval is hun voorraad daarvan nog groot genoeg. Ze hebben geen last van hoogteziekte en Jetze meldde dat alles goed ging, maar ze zijn erg vermoeid. Wel gaan ze ervan uit dat ze het halen. De weersverwachting is goed, en ze gaan morgen of overmorgen de toppoging wagen.

We gaan het wagen…

Vanacht om 2 uur hopen we naar ABC te gaan om daar nog 2 nachten op 6400 m te slapen alvorens opnieuw de zuidwand van de Lhotse te beklimmen op weg naar kamp 3 (7100 m). Daar zijn we van plan 1 nacht te slapen en dan op 20 mei de oversteek te maken naar kamp 4 op 8000 m. Daar hopen we een aantal uur te rusten voor we om een uur of 10 ’s avonds de toppoging aanvangen. De weersverwachting voor 20 en 21 mei is gunstig en we hopen dat de laatste stukken van de vaste touwen dan gereed zijn. In elk geval zijn we vanaf morgen voorlopig alleen per satphone bereikbaar.

Dagelijks eten

Misschien ook wel aardig om te weten hoe het eten hier is. Niets voor niets zegt Namgya dat de kok de belangrijkste man is. Want als je niet goed eet val je af en heb je geen energie voor de uitputtende topdag, waar je 2-4 kilo verliest. Dus: waar kan het uit bestaan? ’s Ochtends porridge, yoghurt en cereal, getoast witbrood (nu van ruim een maand oud), rijstpudding, omelet, cocktail worstjes, smack (heel erg) en experimentele cinnamon rolls. De lunch is een warme maaltijd met Tibetaans brood, groente (meestal bloemkool), Nepalese paksoi, kip of yakvlees (er hangt hier een yakbeen dat op grondstoffelijke wijze wordt vermalen tot gehakt, met been en alles er nog in), rijst, pasta, gebakken aardappel. Het diner is een herhaling van de lunch, maar met knoflook soep em als toetje vruchten uit blik, soms met room of yoghurt. Een hoogtepunt is als het diner start: dan wordt ons een heet handdoekje aangereikt voor onze handen, als in een eersteklas vliegtuigcoupé. Heerlijk! Wat voor verbetering vatbaar is is de wijn. Na 3 flessen uitstekende rode wijn (keuze van Peter in Kathmandu) zijn we veroordeeld tot pakken van 4 liter met namen als “Australian Red Lambrusco” en “Fruity Lexia”, beide van het slag dat men op studentenfeestjes schenkt nadat het lekkere bier op is.

12 mei

We hebben een vervelende tegenslag: de sherpa’s hebben de touwen van de South Col naar de top nog niet aangebracht, ondanks het goede weer van de afgelopen dagen. Integendeel, het materiaal ligt nog niet eens in High Camp. Er wordt op z’n vroegst pas de 17e mee begonnen. Dat laatste komt doordat de komende dagen minder goed weer op de top wordt voorspeld. Oorspronkelijk zou alles vandaag gereed zijn; dit betekent ongeveer een week vertraging ten opzichte van het oorspronkelijke schema.

Positief is dat Namgya en Pasang ondertussen High Camp gereed hebben gemaakt. Gisteren hebben ze een tour de force uitgehaald: ze zijn van Camp 2 naar High Camp gegaan en vandaar weer direct naar beneden, naar Basecamp, 1600 meter omhoog en 2600 meter omlaag. De tenten en alle zuurstofflessen zijn waar ze moeten zijn. Dat is in ieder geval klaar.

Voor ons is het wachten ondertussen minder leuk aan het worden. Maar er zit niets anders op. Wel is het zo dat we plannen om over een paar dagen naar Camp 2 te gaan om in de startblokken te staan voor de summit.

Het is grappig om te zien hoe het afslijten van de gletsjer het Basecamp verandert. Door het smelten van het ijs, veelal onder het oppervlak, breken voortdurend stukjes af, vallen kleinere en soms ook grotere stukken steen naar beneden en een enkele keer voel je s’nachts in je tent het ijs bewegen. Soms moeten tenten worden verplaatst om weer een goede basis te krijgen.

Wachten voor een toppoging

We zitten nu al een paar dagen te wachten in EBC. Een paar dagen geleden zag het er bepaald niet rooskleurig uit maar inmiddels zijn we weer iets optimistischer. Een paar dagen geleden gaf de grootste groep (met meer dan 100 sherpa’s) die de taak op zich had genomen de vaste touwen vanaf kamp 3 naar de top aan te brengen er de brui aan. Wellicht niet zo verwonderlijk gezien het feit dat ze al een sherpa verloren hadden en twee andere in kritische toestand in het ziekenhuis. De patstelling is sindsdien doorbroken, onder andere door fikse sneeuwval die zorgt voor aanmerkelijk minder steen- en ijsslag. Andere groepen sherpa’s hebben de taken overgenomen. Het levert ook mooie plaatjes op van onze tentjes op de Khumbu gletsjer, prachtig gelegen pal voor de IJsval. Sinds eergisteren zijn de vaste touwen tot het zuidelijke zadel van Everest gereed en kan kamp 4 op 8000 m worden ingericht. Namgya en Pasang zijn gisteren naar ABC vertrokken en kunnen vandaag materiaal omhoog brengen naar kamp 3 en hopelijk daarna kamp 4 inrichten. De komende dagen worden naar het zich laat aanzien ook de benodigde touwen naar de top aangebracht. We schatten dat Namgya en Pasang nog een dag of 4 nodig hebben om alles in orde te maken. Dan is het afwachten op een geschikt weersvenster voor de top. In de tussentijd proberen Jetze en ik de tijd wat te doden door in de buurt van EBC wat te klimmen (zie foto van de Everest, waar je precies het zuidelijke zadel kunt zien met Lhotse), af en toe naar Gorak Shep te gaan (daar ben je al gauw ruim 4 uur mee onder de pannen) om deze website up to date te maken, en andere klusjes te doen (zoals het repareren van m’n stijgijzers – hetgeen met een afgedankte halve meter 4-polig electrisch snoer heel aardig gelukt is).

 

5 mei

Vandaag, 5 mei, is een rustige dag. De wereld ligt onder een deken van sneeuw en het is bewolkt tot mistig. De geluiden worden gedempt en regelmatig schuifelt een yaktrein door het kamp. We zitten in de eettent bij de kachel en lezen en drinken thee en koffie. Echt koud is het niet met slechts enkele graden onder nul, maar we dragen lang ondergoed en onze donsjassen om warm te blijven. Het is zo’n dag dat je maar wat moet verzinnen, maar wat? Bijvoorbeeld een foto van de crew van de Kachenjunga Adventures, die ons naar boven brengt. Of oefenen met het zuurstofmasker en fles. Leuk! Namgya heeft 2 nieuwe, moderne zuurstofmaskers gekocht. We zetten zowel de oude als de nieuwe op. De nieuwe zijn een mooi stukje ingenieurswerk: sluiten beter aan (daardoor geen of minder zuurstofverlies), zitten comfortabeler en geven meer zicht. De regulator kan van 0,5 liter per minuut (als je rust of slaapt) tot 4,0, en de ervaring leert dat 2,5 voldoende is als je loopt. Dan heb je voor ruim 6 uur zuurstof. We hebben de man 6 flessen nodig, dus ruim bemeten: de verwachting is dat we 3-4 flessen zullen gebruiken.

4 mei

Vrijdag 4 mei. We zijn naar Gorak Shep geweest om de 3G daar te gebruiken. De vele berichten zijn erg leuk. Jetze was niet lekker en heeft een artsenpost in EBC geraadpleegd. Na de oplossing gehoord te hebben ging het weer goed met hem en dat werd gevierd met een Glenfidditch van 18 jaar oud. Iets anders: we hebben vertraging. De sherpa’s zouden de vaste touwen naar de top over enkele dagen gereed hebben, maar het weer boven is slecht en het gaat zeker een week duren. De grootste organisatie hier, die 100 sherpa’s heeft en coördineert, heeft zich voorlopig teruggetrokken omdat ze een sherpa verloren hebben en 2 in het ziekenhuis heeft liggen. Het zijn deze mannen die de grootste risico’s lopen. Het gevolg is dat een toppoging pas vanaf medio mei kan, afhankelijk van het weer. We moeten dus langer wachten. Leuk bezoek van Ian, een oude bekende van Peter en Namgya uit Antarctica.

Kamp 3

Na enige dagen volledig incommunicado te zijn geweest, zitten we nu weer in ABC en hopelijk ziet dit berichtje morgenochtend vroeg als we door de Khumbu Icefall naar EBC gaan ergens een 3G signaal zodat onze trouwe correspondenten, Leindert en Gerrit, de website kunnen updaten. Volgens plan zijn we op 29/4 om 2:30 u opgestaan, hebben onze bevroren slaapzakken en matjes ingepakt (absoluut het vreselijkste klusje wat er is: die slaapzakken passen met al het aangekoekte ijs absoluut niet in die bespottelijk kleine foudraaltjes en aan het eind van de klus zijn alle twee je handen bevroren) en zijn na een kop koffie op pad gegaan. Samen met Namgya en Pasang klimmen we in een redelijk tempo omhoog: we doen er uiteindelijk 4,5 uur over naar kamp 1, dat is elke keer een uur korter. Ik heb duidelijk m’n dag niet: in een steil stukje breekt er een stuk ijs af waardoor m’n rechter stijgijzer in m’n linker knie belandt. Gelukkig belemmert het me niet al te erg. Een half uur later scheurt de metalen beugel van m’ n rechter stijgijzer. Hoe is dat nou mogelijk, m’n ouwe, trouwe BD sabretooths die me nog nooit in de steek hebben gelaten. Met een dun prussiktouwtje herstel ik het provisorisch, maar anderhalf uur later gebeurt waar ik al bang voor was: als ik in een loodrecht sneeuwwandje van een meter of 15 aan het omhoog jumaren (dat is: omhoogklimmen met stijgklemmen) ben, zwabbert m’n stijgijzer opeens om m’n enkel. Met dommekracht i.p.v. techniek kom je ook omhoog maar ’s ochtends vroeg in het donker en de snijdende wind word je er bepaald niet vrolijker van. Aan de top van de IJsval is een uitgestrekte vlakte (het voetbalveld) met spleten waar je met gemak een halve Vinex-locatie kwijt kan en waar de wind vrij spel heeft. Met het om de spleten heen manoeuvreren verkleumen we in de ijskoude wind tot op het bot. Gelukkig heeft een van de boys daags ervoor een klein tentje opgeslagen in ons verlaten kamp 1. We kruipen er gauw in om op te warmen. Pasang heeft in no-time hete soep en na een uur trekken we verder naar ABC waar we om 11:30 u arriveren. De volgende dag voelt Pasang zich niet goed zodat Namgya alleen voorbereidingen voor kamp 3 gaat maken. Pemba probeert ons de gehele dag onophoudelijk te laten eten en gaat met ons mee omhoog om de route te verkennen. Op 1 mei staan we redelijk vroeg op om naar kamp 3 te gaan. Pasang en Pemba gaan een stuk sneller dan wij. Het eerste gedeelte gaat over een matig hellende gletsjer maar dan komt het serieuze werk een steile ijshelling (tussen de ~50 en 70°) van een paar honderd meter. Gelukkig kunnen we wat tragere groepen achter ons laten en op ons eigen tempo omhoog. Boven de 7000 m wordt het een crime: snakkend naar adem, ijskoud in de snijdende wind omdat je te traag beweegt om jezelf warm te houden. Uitgeput komen we in kamp 3 aan waar een klein horizontaal plateautje is uitgehakt in de steile sneeuw waar ternauwernood plaats is voor ons tentje. Als het eindelijk staat ploffen we er uitgeput in neer. Pemba voorziet ons een uurtje later, als de tweede tent staat, met yak-kaas en crackers (ons favoriete tussendoortje) en een uur later met……. vissoep. Een oranje/zalmkleurige derrie waarin allerlei herkenbare maar vooral ook onherkenbare witte, grijze, zwartgestreepte flubbertjes, kraakbeentjes (Jetze dacht zelfs een oogje te zien) drijven. Worden wij niet geacht in de ‘zone des doods’ te zijn waar je geen enkele eetlust hebt en je maagdarmstelsel vanwege zuurstofgebrek er de brui aan heeft gegeven??? Eigenlijk blijkt de soep (en de rest van het eten) goed binnen te houden. Kennelijk werkt Namgya’s acclimatisatieschema goed: in EBC had ik een rusthartslag van 62, in ABC van 75 en zelfs hier op 7100 m zit ‘ie maar net boven de 80. Jetze en ik hebben dan ook pertinent geweigerd om Namgya’s suggestie, een zuurstoffles klaar te zetten voor als we ’s nachts onwel zouden worden of hoofdpijn zouden krijgen, zelfs maar in overweging te nemen. Desondanks was het een onrustige nacht: het stormde vreselijk en we kregen continu een regen van fijne ijskristalletjes over ons heen. Verder is plassen een serieus probleem in kamp 3: het is er zo steil dat je eigenlijk stijgijzers en een zelfzekering nodig hebt. Zonder dat lig je met een klein misstapje gelijk een paar honderd meter lager op het ijs. Namgya suggereerde dat we beter in het voorportaaltje van de tent konden plassen. Tenslotte vriest het er toch altijd wel een graad of 20 of meer. De gelige vlekken bij de half dozijn tentjes op de helling suggereerde dat dit een standaardoplossing is. Vanmorgen (2 mei) weer terug naar ABC. Het is ijskoud en het waait enorm. Voor de zekerheid wil Namgya allebei de tentjes afbreken. Als we daarmee klaar zijn, zijn we opnieuw veranderd in ijspegels. Gelukkig is de afdaling langs de ijswand lekker snel: honderden meters abseilen. Het is bijna jammer als we weer op de vlakkere gletsjer aankomen en weer moeten gaan lopen. Aangekomen in ABC maakt Pemba weer een fantastische lunch. Morgenochtend vroeg (3 mei) hopen we via de Cwm en de IJsval weer terug te keren naar EBC.